Nieuwsoverzicht

Hoewel sommige leveranciers oog hebben voor dierenwelzijn, scoren wij vlees nooit hoger dan een 8. Hoe komt dit?

Erik Schumacher (1983) groeide op in een autoloos gezin met de verwarming steevast op achttien graden, schrijft hij in zijn boekje De koe knikte ja – Pleidooi voor veganisme. Ontzag voor de natuur werd hem met de paplepel ingegoten, maar toch stond er bij hem thuis driemaal daags vlees op tafel en zag hij zichzelf lang als ‘een echte vleeseter’.

Stijgt het kwik boven de 25 graden, dan is het ieder jaar direct raak. Mensen trekken massaal zwembroeken en teenslippers aan en komen samen voor eetfestijnen met vrienden en familie in de buitenlucht. En zeg nou zelf: wat is er leuker dan in je tuin of in een park een metalen schaal te vullen met kolen, die in de hens te steken en daarop je eigen eten te grillen?

Vleesvervangers lijken steeds meer op echt vlees. Maar waarom is dit eigenlijk?