Let op! De DierenwelzijnsCheck wordt sinds 2021 niet meer actief bijgehouden en de informatie op de site kan gedateerd zijn.
Neem voor vragen en opmerkingen contact op via info@varkensinnood.nl.
Klimaat

Verantwoording KlimaatCheck

Vlees, zuivel, eieren en vleesvervangers

De DierenwelzijnsCheck gebruikt voor een belangrijk deel dezelfde gegevens over de klimaatimpact zoals deze zijn berekend voor de SuperWijzer. In 2012 heeft CE Delft voor de totstandkoming van de SuperWijzer de klimaatimpact van bijna 300 producten van landbouwhuisdieren (vlees, zuivel en eieren) en vleesvervangers in kaart gebracht. Deze uitkomsten zijn uitgedrukt in kilogram CO2-equivalenten per kilogram product. Hiervoor is gebruik gemaakt van levenscyclusanalyses, waarmee de broeikasgasemissies van het gehele proces worden meegenomen: De teelt van gewassen, emissies door de veehouderij, de verwerking in de fabriek en het transport tot aan de winkel.

Vis

Bij het bepalen van impact op klimaat van zeedieren is gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Ten eerste is gekeken naar de publicatie ‘Milieubelasting voedingsmiddelen; levenscyclus, productgroep’ van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Deze gegevens zijn gebaseerd op levenscyclusanalyses (LCA’s) uitgevoerd door Blonk Consultants (BC, voorheen Blonk Milieu Advies). De LCA’s behelzen een kwantitatieve analyse van onder meer de emissie van broeikasgassen en energiegebruik van de gehele keten van vangst of teelt tot en met het aanbod in de winkel. Op basis hiervan is van 14 verschillende zeedieren de klimaatimpact in kg CO2-equivalenten per kg product beschikbaar.

Daarnaast is gebruik gemaakt van ‘The Seafood Carbon Emissions Tool’. Deze online database bevat een overzicht van de uitkomsten van wetenschappelijke studies naar de klimaatimpact van visserijen en aquacultuur en wordt beheerd door de Dalhousie Universiteit. Hierbij zijn alleen LCA’s meegenomen tot het moment waarop het aan land gebracht is. In totaal zijn hierdoor 32 soorten vis, schaal- en schelpdieren toegevoegd. Wanneer de vangst- of kweekmethode niet eenduidig was af te leiden, is per diersoort het gemiddelde van de berekende methoden genomen.

Schaal- & schelpdieren

Met betrekking tot schaal- en schelpdieren beschikt de RIVM publicatie alleen over de klimaat-impact van Hollandse garnalen. Van de overige individuele diersoorten in deze categorie zijn een aantal impact-cijfers beschikbaar in de ‘The Seafood Carbon Emissions Tool’. Voor schaal- en schelpdieren waarvoor geen eenduidige gegevens beschikbaar waren of geen logische vergelijking was te trekken, is een inschatting gemaakt op basis van de publicatie ‘Fuel use and greenhouse gas emissions of world fisheries’ in Nature (2018). Deze studie bevat alleen cijfers over de gehele groep in gevangen schaaldieren, schelpdieren en inktvissen en alleen over de vangstfase. Net zoals bij wild gevangen vis, wordt hiermee het overgrote deel van de emissies, 70-90%, in kaart gebracht.

Tenslotte is voor een inschatting van de klimaatimpact van gekweekte schaaldieren de gemiddelde uitkomst volgens de Science studie ‘Reducing food's environmental impacts through producers and consumers’ (2018) gebruikt. Bij deze studie is ook de impact van de verwerking en transport naar de winkel meegenomen.

Verwerking & transport

Op basis van het onderzoek van BC bedraagt de broeikasgasemissie voor verwerking en transport van gevangen en gekweekte vis gemiddeld (10% + 30%) / 2 = 20% is. De klimaat-impact wordt namelijk voor het overgrote deel (70% - 90%) bepaald door het brandstofverbruik door de vissersboten, de productie van visvoer en de groeisnelheid van vissen. Zo heeft het vissen op kabeljauw het hoogste brandstofverbruik per kg gevangen vis, omdat hiervoor de netten over de zeebodem getrokken worden, wat veel energie kost. Haring zwemt daarentegen in het open water en wordt met grote sleep- op ringnetten ingesloten, waardoor het brandstofverbruik veel lager uitvalt. Bij gekweekte vis is het grootste deel van de klimaat-impact geconcentreerd in de productie van het visvoer en fysiologische verschillen, zoals de groeisnelheid.

In de ‘The Seafood Carbon Emissions Tool’ en de studie van Nature zijn de verwerking en transportfase niet meegenomen. Daarom zijn deze emissies met 20% / 80% = 25% verhoogd om een inschatting te krijgen van het productieproces tot het winkelschap. Hierdoor kunnen deze uitkomsten vergeleken worden met de andere dierlijke producten.

Extrapolatie vergelijkbare producten

Van producten waar geen specifieke LCA’s zijn gevonden, is de klimaatimpact geëxtrapoleerd door ze te vergelijken met vergelijkbare producten. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de houderij of vangstmethoden. Geitenvlees is bijvoorbeeld gelijk gesteld aan schapenvlees en os aan gangbaar rundvlees. Bij vissen is ansjovis en rode poon bijvoorbeeld gekoppeld aan haring omdat deze op dezelfde wijze, namelijk met sleep-, of ringnetten, gevangen worden. Rode mul, rog en roodbaars zijn op hun beurt vergelijkbaar met schol en tong, omdat deze vissen ook met bodemsleepnetten gevangen worden.

Scores klimaatimpact

Op basis van bovenstaande methodiek is de klimaatimpact van bijna 220 producten bepaald in kg CO2-eq per kg product. Vervolgens is op basis van de klimaatimpact van ieder product de percentiel rang bepaald. De hieruit voortkomende distributie is gebruikt om de grenswaarden in kg CO2-eq voor iedere score vast te stellen:

Grenswaarde kg CO2-eq (<)

Score

3

10

4

9

5,25

8

6,50

7

8

6

9,50

5

12,50

4

16

3

25

2

>25

1

 

Het cijfer 1 betekent dat het product naar verhouding een zeer grote impact heeft op klimaatverandering en een 10 betekent dat de impact relatief laag is.

 

Bronnen

ViN (2012a). Lancering SuperWijzer. Stichting Varkens in Nood. Online beschikbaar via https://www.varkensinnood.nl/nieuwsartikelen/7-mei-2030-lancering-superwijzer-in-tros-radar.

ViN (2012b). Verantwoording SuperWijzer. Stichting Varkens in Nood. Online beschikbaar via https://www.varkensinnood.nl/rapporten/verantwoording-superwijzer.

CE Delft (2012). Milieucijfers SuperWijzer. Achtergrond onderzoek. CE Delft, Utrecht. Online beschikbaar via https://www.varkensinnood.nl/sites/default/files/2019-02/cedelft-2329-milieu-cijfers-superwijzer.pdf.

RIVM (2019): Milieubelasting voedingsmiddelen; levenscyclus, productgroep. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Online beschikbaar via https://statline.rivm.nl/#/RIVM/nl/dataset/50060NED/table.

BCFI (2009): Milieueffecten van enkele populaire vissoorten. Blonk Consultants. Online beschikbaar via http://www.blonkconsultants.nl/wp-content/uploads/2016/06/Milieueffecten-van-enkele-populaire-vissoorten-mei-2009-definitieve-versie.pdf.

TSCET (2019). The Seafood Carbon Emissions Tool. Monterey Bay Aquarium Seafood Watch en Dalhousie Universiteit beschikbaar via http://seafoodco2.dal.ca/.

Parker, Robert W. R.; Blanchard, Julia L.; Gardner, Caleb; Green, Bridget S.; Hartmann, Klaas; Tyedmers, Peter H.; Watson, Reg A. (2018): Fuel use and greenhouse gas emissions of world fisheries. In Nature Clim Change 8 (4), pp. 333–337. Online beschikbaar via https://www.nature.com/articles/s41558-018-0117-x.

Poore, J.; Nemecek, T. (2018): Reducing food's environmental impacts through producers and consumers. In Science 360 (6392), pp. 987–992. Online beschikbaar via https://science.sciencemag.org/content/360/6392/987.

BCFI (2009): Milieueffecten van enkele populaire vissoorten. Blonk Consultants. Online beschikbaar via http://www.blonkconsultants.nl/wp-content/uploads/2016/06/Milieueffecten-van-enkele-populaire-vissoorten-mei-2009-definitieve-versie.pdf.

http://en.wikipedia.org/wiki/Percentile_rank

 
 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Op de hoogte blijven?

Ontvang meer informatie over onze acties en petities